Als Gentenaar ben ik Franstalig opgegroeid, badend in de Franse cultuur, want mijn moeder was van Doornik (Tournaisienne) en lerares Frans, papa Gentenaar. Tweetaligheid is mij vanaf mijn geboorte meegegeven, met een Vlaamse en een Franse voornaam, met grootouders die langs vaderskant Vlaams en langs moederskant Frans spraken. En terwijl ik naar een Vlaamse School ging was ik vanaf mijn 6 jaar bij Franstalige kabouterkes (‘les lutins’ Guides Catholiques de Belgique – GCB). Tijdens mijn eerste studentenjaren in de Parnas in Brussel bleef ik als leidster werkzaam bij de Franstalige gidsen in Gent. Eens Parnasdocent werd ik tegelijk bij de GCB commissaris voor de 12- tot 16-jarigen en was mee betrokken in de vorming van de gidsenleidsters.
Wat later, ik ben dan 29, krijg ik samen met een team de taak om vorm te geven aan het grote Feest van het 50-jarig bestaan van de Franstalige Gidsen in België. Op 9 mei 1965 stond ‘le stade Fallon’ in Brussel in rep en roer met +/- 20.000 gidsen, ouders en enthousiaste toeschouwers… en Lady Baden Powel, wiens persoonlijke dankbrief ik zorgvuldig bewaar…
Deze ganse gidsentijd laat in mij ongelooflijke kostbare sporen na waar ik nog dagelijks van kan genieten…
Kort nadien verlaat ik de gidsenbeweging. Er komt ruimte vrij…
Ik kan mij vanaf dan als Parnasdocent vollediger aan mijn zoektocht wijden: wat betekent Lichamelijke Opvoeding “een mens opvoeden vanuit en tot zijn lichamelijke realiteit…?
BACK